Voor wie dit leest
Voor wie dit leest.
Voor wie dit leest; Gedrukte letters laat ik U hier kijken, maar met mijn warme mond kan ik niet spreken; mijn hete hand uit dit papier niet steken; wat kan ik doen? Ik kan U niet bereiken. O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen. Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid; verzacht het vreemde door de druk verstenen van het geschreven woord, of spreek het uit. Menige verzen heb ik al geschreven, ben menigen een vreemdeling gebleven en wien ik griefde weet ik niets te geven: liefde is het enige. Liefde is het meestal ook geweest die mij het potlood in de hand bewoog tot ik mij slapende vooroverboog over de woorden die Gij wakkerleest. Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn en door de letters heen van dit gedicht kijken in uw lezende gezicht en hunkeren naar het smelten van Uw pijn. Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken, zij kunnen zich hun naaktheid niet vergeven; en laat Uw blik hun innigste niet raken tenzij Gij door de liefde zijt gedreven. Lees dit dan als een lang verwachte brief, en wees gerust, en vrees niet de gedachte dat U door deze woorden werd gekust: Ik heb je zo lief. Leo Vroman (1915)
Uit: 262 Gedichten, Querido, Amsterdam 1974
0 Comments:
Post a Comment
<< Home